Voor velen loont werken nauwelijks en dat heeft de politiek te verantwoorden. Het beleid was erop gericht om tweeverdieners en gezinnen met hoge inkomens in de watten te leggen. Fundamenteel veranderen wil men dat ook niet. Behoudens wat gerommel in de marge houdt men vast aan deze tweedeling. De sterkste schouders dragen de laagste lasten…
Alleenverdieners en gezinnen met lage inkomens die afhankelijk waren en zijn van inkomensafhankelijke toeslagen, laat men in feite over aan hun lot: bovenmatige consumptie was voor hen nooit weggelegd en loonsverhogingen leidden alleen maar tot lagere toeslagen. Koopkrachteffect vrijwel nul… Zij waren altijd al blij dat ze het hoofd boven water konden houden.
Vooral ook voorgaande generaties “democraten” die regeerden in het belang van de geldelite die graag consumptie wilde, hebben bewust, willens en wetens aan deze al tientallen jaren voortdurende scheefgroei meegewerkt. Het is dus van groot belang tot welke categorie werknemer men behoort om te bepalen hoe (overheids)maatregelen uitpakken en of die aantrekkelijk genoeg zijn voor iedereen. De maatregelen pakken dan ook vaak niet zoals bedoeld of verkeerd uit… -DGZ-